Wij zijn alweer 2 maanden op reis! Voor ons gevoel is die 6e van juni (de dag dat we vertrokken) zoooo lang geleden. Net als die roadtrip door West Amerika, did that even happen? Je gevoel van tijd is zo anders, heel gek. En nu hebben we de Hawaii vibes; het is hier prachtig en chill.
Maar tijd voor een terugblik naar de eerste 2 maanden!
Roadtrip 2
Ik moest stiekem de agenda er bij pakken; waar waren we aan het begin van maand 2? Zoals je ziet, de tijd vergeet je. Ik weet vaak niet welke dag het is en je kent geen weekend zoals je dat kent als je doordeweeks werkt, best lekker. De 2e maand van de wereldreis waren we al flink wat kilometers aan het maken door Oregon, op weg naar Berkeley. In Berkeley verbleven we bij vrienden en daarna begonnen we aan de wat meer bekendere bestemmingen door Californie, Utah en Arizona. Vanaf dat moment kwamen we ook meer Nederlanders (maar nogvsteeda niet veel) tegen op reis. De nationale parken zijn blijkbaar de stops bij een roadtrip door Amerika en dat is niet zo gek: het zijn bijzondere plekjes.
De tweede roadtrip bestond uit veel kilometers (6000+!) maken en de tent vaak opzetten en afbreken op soms wel wat warme plekjes; vaak ook echt in de woestijn. We hadden 48(!) graden in Las Vegas en toen we de weersvoorspellingen voor Hawaii op mijn mobiel bekeken, zagen we dat het maar 29 graden was haha. Dat is natuurlijk niet koud, maar op dat moment leek dat wel zo. Inmiddels vinden wij dit een prima temperatuurtje hoor!
Vanuit Berkeley (San Francisco area) reden we door naar Las Vegas voor 2 nachtjes, waar mijn vriend nog een pokertoernooi won. Daarna reden we naar boven voor ons eerste Nationale Park Zion, op advies van Laura, een oud klasgenoot van de Universiteit. Wat was het daar mooi! We deden onze eerste lange en ‘gevaarlijke’ hike in de hitte. Een uitdaging, maar daarna voelt het als een overwinning.
Vanuit Zion reden we naar het noordelijke puntje (North rim) van de Grand Canyon) voor 1 nachtje en daarna door naar Lake Powell, op advies van longboardvrienden. Lake Powell was echt magisch.; kanoën op het helder turquoise water tussen de canyons, fantastisch!
Lake Powell was onze eerste ervaring met het wegvliegen van je tent. We kwam terug van een zwemsessietje in de zee en toen we naar de camping terugreden zagen we onze tent ergens in de bosjes hangen (wat een geluk dat die bleef hangen).
Vanuit Lake Powell reden we door naar San Diego – een van onze langste ritjes op een dag ( zo’n 8-10 uur rijden ). Na wat dagen kamperen verbleven we bij een vrouw in huis via Airbnb en daar leek het meer op een guesthouse. Samen met de andere gasten aten we ontbijt en ‘s avonds s’mores bij het kampvuur. Even wat anders dan onze goedkope pasta bij de tent. Na San Diego werd het warm. Joshua Tree was heet, Lone Pines was heet en toen waren we klaar met kamperen in de woestijn.
Gelukkig was onze laatste bestemming; Yosemite, ietsje koeler. En we bleven daar 4 nachtjes. Een mooie afsluiting van de kampeertrip (ook al kon ik niet altijd even goed slapen door angst voor beren :P). De laatste dag reden we naar Berkeley om weer bij vrienden te logeren en leverden we onze auto in bij Hertz. We gaven onze tent en slaapzak aan een zwerver (die we de volgende dag netjes zijn slaapzak zagen opvouwen haha) en de rest van de spullen lieten we in Berkeley achter.
Onze allerlaatste nacht voor Hawaii besloten we nog lekker duur te maken; we sliepen in onze duurste hotelkamer ever (160 dollar per nacht) en dat was ook wel even lekker voor een keer! Oh en we vlogen met Virgin America naar Hawaii, de beste ervaring ever. We zaten sowieso op een plek met beenruimte, maar we konden ons eten bestellen via het tv-schermpje (inclusief allemaal bier en snacks!), je voelde bijna niet dat je vloog en het personeel was heel vriendelijk (nee ik word niet gesponsord ;-)).
De komende dagen ga ik veel schrijven over de bestemmingen! Waar zou jij het liefst over willen lezen? Dan geef ik dat een voorkeur :)
Until next time!
